Istock 531926806 Flat 1600X900

Beheer en onderhoud collectieve rookgasafvoersystemen

De invoering van de Wettelijke Certificering en verplicht vakmanschap voor installatiebedrijven op basis van Besluit Bouwwerken Leefomgeving artikel 6.45 heeft ingrijpende gevolgen voor installatiebedrijven die actief zijn in gestapelde bouw, en specifiek voor installaties die gebruikmaken van collectieve rookgasafvoersystemen (CLV-systemen).

Gestapelde Bouw (1)

Dit type installatie wordt vaak toegepast in appartementsgebouwen en andere vormen van gestapelde bouw, waarbij meerdere woningen gebruikmaken van een gemeenschappelijk rookgasafvoerkanaal voor de afvoer van verbrandingsgassen, zoals koolmonoxide (CO). Deze collectieve systemen brengen extra uitdagingen met zich mee vanwege de gedeelde infrastructuur en de rookgassen die zich eventueel kunnen verspreiden via gemeenschappelijke kanalen voor meerdere wooneenheden.

Wat zijn de gevaren bij collectieve rookgasafvoersystemen

Bij gestapelde bouw zijn de eigenaren van de CLV verantwoordelijk voor het veilig functioneren van de installaties en het rookgasafvoersysteem in zijn geheel. Dit kan de bewoner zijn i.g.v. een individuele rga, de VVE in geval van (half) CLV of de woningbouwcorporatie. Aangezien collectieve rookgasafvoersystemen door hun aard meerdere woningen en hun bewoners beïnvloeden, en het risico lang niet altijd wordt (h)erkend is de kans op achterstallig onderhoud aanzienlijk groter. Het falen van een CLV-systeem kan leiden tot gevaarlijke situaties waarbij meerdere appartementen tegelijk worden blootgesteld aan koolmonoxide. 

CLV-systemen zijn ontworpen om verbrandingsgassen veilig af te voeren, maar door de collectieve opzet ontstaan specifieke risico’s:

  1. Terugstroming van rookgassen: Bij een  lekkage of defect aan het CLV-systeem kan rookgas via de schacht terugstromen naar de woningen. Dit kan resulteren in verhoogde koolmonoxideconcentraties in meerdere appartementen tegelijk. Omdat lang niet overal CO melders hangen , kan het lastig zijn om de bron van het probleem direct te identificeren, wat de situatie nog gevaarlijker maakt.
  2. Onjuiste installatie of verouderde systemen: Veel gestapelde gebouwen, vooral oudere appartementsgebouwen, maken gebruik van verouderde CLV-systemen , zoals de VR systemen. Installatiebedrijven moeten daarom alert zijn om verschillende systemen niet te mixen.  Het vervangen  van deze systemen staat beschreven in verschillende delen van de NPR 3378, onderdeel van het vakmanschap CO. 

De verplichtingen van eigenaren en installatiebedrijven in dit verband zijn als volgt:

  • Regelmatige inspecties en onderhoud: CLV-systemen vereisen aan het einde van hun levensduur regelmatige inspectie eigenaren van CLV’s moeten daarom zorgen voor grondige controles conform de fabrikantenrichtlijn of conform de norm.
  • Verplichte melding bij gevaarlijke CO-waarden: Net als bij individuele installaties geldt ook hier dat zodra er nabij de ketel  een CO-concentratie van meer dan 20 PPM wordt gemeten, dit onmiddellijk moet worden gemeld aan de gemeente en de certificerende instantie. Overigens bij CO waarde boven de 5 PPM mag de ketel niet in bedrijf gesteld worden. Directe link naar app meldingen en webshop voor waarschuwingssticker.
  • Handhaving door de gemeente: Bij meldingen van gevaarlijke CO-concentraties in de gestapelde bouw met CLV-systemen zal de gemeente mogelijk handhavingsmaatregelen nemen. Dit kan variëren van waarschuwingen tot het (tijdelijk) afsluiten van installaties of zelfs het ontruimen van woningen in extreme gevallen. Gemeentelijke Bouw- en Woningtoezicht afdelingen hebben deze taak maar zijn niet intensief betrokken bij het stelsel.  Desalniettemin is een melding van belang omdat de gemeenten de enigen zijn die doorzettingsmacht hebben.

Wat zijn de gevolgen voor installatiebedrijven?

De wettelijke certificering hebben directe gevolgen voor installatiebedrijven die met CLV-systemen werken. De belangrijkste zijn:

  • Certificering en naleving: Bedrijven moeten gecertificeerd zijn volgens de nieuwe regelgeving om überhaupt werkzaamheden aan installaties te mogen uitvoeren. Dit houdt in dat zij moeten voldoen aan strikte eisen op het gebied van, aanleg en onderhoud van rookgasafvoersystemen. Opdrachtgevers riskeren boetes.
  • Samenwerking met de Vereniging van Eigenaren (VvE): Bij gestapelde bouw is de VvE verantwoordelijk voor de gemeenschappelijke ruimtes en systemen. Vve’s  moeten daarom nauw samenwerken met installatiebedrijven  om ervoor te zorgen dat onderhoud en eventuele aanpassingen aan de rookgasafvoersystemen op tijd en conform de regelgeving worden uitgevoerd. Problemen in de communicatie met de VvE kunnen leiden tot vertragingen in het onderhoud en kunnen zo gevaarlijke situaties veroorzaken. De overheid heeft 2 documenten gemaakt om de VVE’s in deze rol te ondersteunen: Handreiking en infoblad gemeenschappelijke rookgasafvoeren.
Infographic Meldingsberichten Gevaarlijke Situaties

Wat voor veiligheidsmaatregelen en preventieve acties kun je uitvoeren?

Om de risico's van koolmonoxidelekkage in gestapelde bouw met collectieve rookgasafvoersystemen te minimaliseren, zijn de volgende stappen van cruciaal belang:

  • Installeren van CO-melders: Installatiebedrijven moeten bewoners adviseren over het installeren van CO-melders in hun woningen. Deze melders kunnen vroegtijdig waarschuwen bij verhoogde koolmonoxidewaarden, waardoor levensbedreigende situaties kunnen worden voorkomen. Via ledenvoordeel korting op aanschaf.
  • Upgraden van verouderde systemen: Installatiebedrijven controleren bestaande CLV-systemen en doen aanbevelingen  voor modernisering, vooral in oudere gebouwen. Moderne rookgasafvoersystemen bieden vaak betere veiligheid en efficiëntie, wat het risico van CO-lekkages verkleint. Hoe voorkom ik koolmonoxidevergiftiging in mijn huis? | Rijksoverheid.nl

Gemeentelijke handhaving en toezicht 

Als er sprake is van een gevaarlijke situatie met koolmonoxide in een gebouw met een collectief rookgasafvoersysteem, kan de gemeente besluiten om handhavend op te treden. Dit kan resulteren in:

  • Last onder dwangsom voor VVE of eigenaren met de opdracht om onveilige systemen veilig te laten maken.
  • Inspecties door Bouw- en Woningtoezicht waarbij bewoners of VVE verplicht kunnen worden om reparaties of vervangingen uit te voeren.
  • Het onbruikbaar maken van het gasverbrandingssysteem in een woning in geval van een blijvend onveilige situatie.