Verzuim en arbeidsongeschiktheid. Hoe is het nu geregeld? Sinds 2017 is de arbeidsongeschiktheidswetgeving gewijzigd. De wijziging houdt in dat je het volledige WGA-risico kunt onderbrengen bij het UWV of via het eigenrisico-dragerschap bij een private verzekeraar.
De eerste twee jaar
Werknemers met een vast dienstverband hebben, als ze ziek worden, recht op loondoorbetaling gedurende een periode van maximaal 2 jaar. De werkgever heeft de mogelijkheid hier een verzuimverzekering voor te sluiten. Gedurende die periode van 2 jaar moeten werkgever en werknemer er alles aan doen om de zieke werknemer te re-integreren in zijn eigen of ander (passend) werk.
Ook werknemers met een tijdelijk contract of andere flexwerkers hebben recht op loondoorbetaling bij ziekte. Als er echter na (bijvoorbeeld) een half jaar het contract eindigt, dan stopt ook de loondoorbetalingsverplichting. Zijn deze werknemers dan nog steeds ziek, dan kunnen zij een ziektewetuitkering krijgen van het UWV, tot de termijn van maximaal 2 jaar is verstreken. Voor de financiering hiervan betaalt de werkgever Ziektewetpremie aan de Belastingdienst, Daarnaast bestaat de mogelijkheid om eigenrisicodrager te worden voor het risico van de Ziektewet. De werkgever betaalt dan zelf de ziektewetuitkering aan zijn zieke werknemer. Ook hier is het inmiddels voor mogelijk een verzekering af te sluiten bij een private partij. Als u per 1 januari 2017 eigenrisicodrager wilt worden of wilt blijven dient u dat voor 1 oktober 2016 door te geven bij de Belastingdienst.
Om welke werknemers gaat het?
- Werknemers met een tijdelijk dienstverband
- Werknemers die direct ontslag (binnen 28 dagen) ziek worden en geen WW hebben
- Oproepkrachten
Na twee jaar
Als een werknemer 2 jaar ziek is, dan bestaat de mogelijkheid dat er recht ontstaat op een wettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering (WIA). Hierbij kan onderscheid gemaakt worden tussen:
- De IVA. Dit is de inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten
- De WGA. Dit is de regeling Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten.
De IVA is een regeling die vanuit een landelijke premie wordt gefinancierd. Gedachte hierachter is dat de werknemer die in de IVA terecht komt zodanig arbeidsongeschikt is dat de kans op herstel en hervatting van werk nagenoeg nihil is.
Bij de WGA ligt dat anders, re-integratie is in deze regeling het uitgangspunt. Om deze reden is er een prikkel in de financiering (de premie) van deze regeling opgenomen: afhankelijk van de omvang van een onderneming wordt deze prikkel bepaald door het risico van de sector, het risico van de onderneming of een mix van beide. Kleine ondernemingen betalen dus de sectorpremie, grote ondernemingen de individuele premie en de middengroep een (gewogen) gemiddelde tussen beide.
De grenzen voor klein, midden en groot worden uitgedrukt in premieplichtig loon. Voor 2016 zijn deze grenzen:
- Klein: ondernemingen met premieplichtig loon tot € 319.000,-
- Midden: ondernemingen met premieplichtig loon tussen € 319.000,- en € 3.190.000,-
- Groot: ondernemingen met premieplichtig loon groter dan € 3.190.000,-
Onderscheid wordt gemaakt tussen WGA-vast en WGA-flex: bij WGA-vast gaat het om werknemers die vanuit een vast dienstverband in de WIA komen, bij WGA-flex om werknemers die vanuit de Ziektewet instromen.