Reparateursketen ThePhoneLab haalde onlangs een miljoen euro op met een sharefunding-actie. De investeerders zijn bijna allemaal bestaande, particuliere klanten. Met deze financiële injectie wil oprichter Boris Blijham een landelijk dekkend winkelnetwerk uitrollen en een circulair ecosysteem voor mobiele devices opbouwen. ‘Volgend jaar al hebben we er tien winkels bij’, voorziet hij.
ThePhoneLab begon in 2015 met één winkel, voornamelijk voor reparaties van iPhones. Negen jaar later vallen er elf winkels onder het merk en kan de consument er terecht voor alle merken smartphones, tablets en laptops. De gemeten klanttevredenheid is met een 9,5 opvallend hoog. Boris Blijham: ‘Ik denk dat wij best onderscheidend zijn qua betrouwbaarheid en transparantie. We werken met een open concept: je kan aan de balie meekijken bij de reparatie. Je kan bij ons ook zonder afspraak snel terecht voor noodreparaties, je betaalt nooit meer dan was afgesproken en kleine handelingen doen we vaak kosteloos. Daarnaast zijn onze medewerkers vakkundige, deskundige specialisten en gebruiken we specialistische apparatuur. Je krijgt hier echt een lab-gevoel.’
Ambassadeurs en aandeelhouders
De hoge klanttevredenheid gaf Blijham het idee om de benodigde investering voor verdere ontwikkeling bij zijn klanten neer te leggen. ‘Je kan wel met een enkele investeerder in zee gaan, maar die benaderen je toch vaak anders waardoor onze bedrijfscultuur zou kunnen veranderen. Daar wilden we voor waken. We hebben alle honderdtachtigduizend consumenten in ons klantenbestand geadresseerd. We kozen daarbij bewust voor sharefunding, want hoe leuk is het dat klanten mede-ambassadeurs en aandeelhouders kunnen worden. 99% van alle inleg tot nu toe, komt van bestaande klanten. De één investeert vijfhonderd euro, de ander een ton. In drie weken tijd, verzamelden we al een miljoen euro.’
Partnerships met verzekeraars
In totaal heeft ThePhoneLab twee miljoen euro nodig om de toekomstplannen te realiseren. ‘Die zijn tweeledig. We willen een landelijk netwerk uitrollen, van Leeuwarden tot Maastricht. Dat is nodig om partnerships aan te gaan met verzekeringsmaatschappijen voor reparaties. Die maatschappijen willen en moeten reparatie gaan stimuleren, want momenteel kiest 70% tot 80% van de verzekerden bij schade voor het uitkeren van de dagwaarde, waarschijnlijk om een nieuwe te kopen. Dat is niet duurzaam. Om reparatie aantrekkelijker te maken en inzicht te krijgen in de keten, zoeken ze partners die kunnen garanderen dat hun klanten bij schade in dertig minuten tijd hun device kunnen laten repareren, dichtbij. En ze moeten overal dezelfde service krijgen. Met winkels in heel Nederland hopen we daarbij aan te kunnen sluiten.’
Circulair ecosysteem
Het tweede plan is het opbouwen van een circulair ecosysteem voor mobiele devices. ‘Onze winkels moeten een one-stop-shop worden voor levensduurverlengende diensten. Naast reparaties gaan we ook focussen op het aanbieden van gebruikte toestellen. Zo maken we de hele cyclus compleet.’ Daarvoor is ThePhoneLab een samenwerking aangegaan met een specialistische Refurbished-partner. ‘Wij willen niet werken met partijen die gebruikte bulk van een ander continent halen en die direct doorstoten, met een marge. Dat is geen houdbaar businessmodel. Deze partner heeft zijn sourcing aantoonbaar op orde en knapt toestellen ook echt op.’
Right to Repair
Het realiseren van al deze plannen is niet alleen een kwestie van principes. ‘We moeten ook wel’, zegt Blijham. ‘De vraag verandert en onze kosten stijgen hard. Om ons heen zien we veel reparateurs verdwijnen, dat is niet voor niks. We moeten nieuwe businessmodellen vinden om markt te winnen. Right to Repair is in dat opzicht heel belangrijk. Reparatie moet makkelijker, logischer en goedkoper worden. Het initiatief heeft al heel wat positieve verandering teweeggebracht. De overheid en verzekeringsmaatschappijen proberen reparatie laagdrempeliger te maken, fabrikanten voelen zich genoodzaakt om het repareren van hun devices te vergemakkelijken en meer onderdelen beschikbaar te stellen. Misschien moeten we een voorbeeld nemen aan Oostenrijk, waar de overheid een Reparateurbonus van 50% toekent op reparaties van mobiele toestellen. Techniek Nederland is gelukkig ook hard bezig om reparatie te stimuleren, door te pleiten voor een lager btw-tarief en het oprichten van het Nationaal Reparateursregister. Een goede zaak. Ik ben blij dat de organisatie vecht voor ons bestaansrecht.’
Dit verhaal stond in De Verbinding (december 2024), het verenigingsblad van Techniek Nederland. Kijk hier voor meer verhalen uit De Verbinding.