Een groot deel van de Nederlandse infrastructuur is hard aan vervanging of renovatie toe. Veel infraprojecten zijn in voorbereiding, maar de bedrijven die het werk moeten uitvoeren, krijgen regelmatig te maken met uitstel. Techniek Nederland waarschuwt dat de overheid over de brug moet komen met voldoende budget én concrete opdrachten. Voorzitter Doekle Terpstra: ‘Wegen, bruggen, sluizen, viaducten en tunnels zijn van cruciaal belang voor de Nederlandse economie. Als we te lang wachten, loopt ons land volledig vast.’
De waarschuwing van de branchevereniging komt aan de vooravond van InfraTech 2025. Deze beurs (van 14 tot en met 17 januari) vormt een belangrijke ontmoetingsplaats voor professionals uit alle geledingen van de infrasector.
Continue en voorspelbare opdrachtenstroom
Nederland staat voor een enorme opgave om de civiele infrastructuur klaar te stomen voor de toekomst. Het vervangen en renoveren van vitale onderdelen is nodig om ons land veilig, bereikbaar en leefbaar te houden. Het gaat met name om het vernieuwen van civiele constructies zoals bruggen, viaducten, sluizen, stuwen en gemalen. De Nederlandse infrabedrijven beschikken over de kennis en ervaring om dat karwei aan te pakken, maar hun capaciteit is beperkt. Techniek Nederland wil daarom dat grote opdrachtgevers als de provincies en gemeenten zorgen voor een continue en vooral voorspelbare stroom van opdrachten. Daarnaast vindt de brancheorganisatie dat de risico’s van grote infraprojecten evenwichtiger verdeeld moeten worden tussen opdrachtgever en opdrachtnemer.
Nederlandse infrastructuur is een van de beste ter wereld
Uitstel kan grote problemen veroorzaken. Terpstra noemt de vernieuwing van de Van Brienenoordbrug in Rotterdam als een alarmerend voorbeeld. ‘Dat project zou aanvankelijk in 2024 van start gaan, maar inmiddels is de hele operatie vier jaar uitgesteld. Nederland behoort nu nog tot de landen met de beste infrastructuur ter wereld. Als we dat zo willen houden, is het uitstellen van dit soort hoognodige renovaties geen goed idee.'
De vernieuwingskosten lopen snel op
Het Rijk beheert samen met de provincies, gemeenten en waterschappen een uitgebreid netwerk aan autowegen, vaarwegen en spoorwegen. Daarin bevinden zich tienduizenden civiele constructies. Deze infrastructuur, die een totale waarde van 347 miljard euro heeft, wordt intensief gebruikt en het einde van de levensduur is in zicht. In 2021 gaf de overheid aan de vernieuwing al 1,1 miljard euro uit. In 2024 was dat bedrag verdubbeld en over 20 jaar zal er per jaar 3,4 miljard nodig zijn. Meer dan de helft van die kosten (55%) komt terecht bij de gemeenten, omdat zij de meeste civiele constructies in beheer hebben. De provinicies zullen ongeveer 9% van de kosten op zich moeten nemen, terwijl de waterschappen opdraaien voor zo’n 13%. Het resterende deel (ongeveer 23%) is voor rekening van de landelijke beheerders Rijkswaterstaat en ProRail.
InfraTech 2025
De beurs InfraTech 2025 vindt plaats in Rotterdam Ahoy, van 14 tot en met 17 januari. Het evenement stelt opdrachtgevers, opdrachtnemers en toeleveranciers in de infrasector in staat om elkaar te ontmoeten en kennis uit te wisselen. Er zijn meer dan 500 exposanten, onder wie verschillende infrabedrijven, maar ook prominente opdrachtgevers als Rijkswaterstaat en vertegenwoordigende organisaties als Techniek Nederland. De vorige editie van InfraTech, in 2023, trok ruim 20.000 bezoekers.