Maurice Roovers (1)
Home Nieuws 2024 Een hybride warmtepomp is niet altijd gebaat bij een hoge bèta-factor

Als verwarmingsexpert bij Techniek Nederland wil ik graag op de hoogte blijven van de nieuwste inzichten binnen mijn vakgebied. Dat betekent dus ook dat ik exact wil weten wat er komt kijken bij de plaatsing van een hybride warmtepomp. Daarom was ik laatst bij een cursus Inbedrijfstellen van warmtepompen. Een term die tijdens de cursus besproken werd, was de bèta-factor.

Hybride verwarmingssystemen staan volop in de belangstelling. En terecht, want de hybride warmtepomp is dé manier om eenvoudig tot 60% op je gasverbruik te besparen. Daarmee dragen ze flink bij aan het behalen van de klimaatdoelen in de gebouwde omgeving. Om hybride warmtepompen optimaal tot hun recht te laten komen, is het wél zaak om rekening te houden met de zogenoemde bèta-factor. 

Voor lezers zonder vaktechnische achtergrond een korte toelichting. De bèta-factor is de dekkingsgraad van de warmtebehoefte als uitkomst van de warmteverliesberekening. Hoe hoger deze factor, des te groter is de capaciteit. Een factor 1 wil zeggen dat de warmtepomp de volledige potentiële warmtevraag van de gehele woning aan kan. Dit is nodig bij een all-electric systeem, maar een hybride warmtepomp heeft normaal gesproken een bèta-factor die veel lager is dan 1. 

Voor een hybride warmtepomp in bestaande woningen houden we over het algemeen een bèta-factor van 0,4 tot 0,6  aan, maar vaak wordt voor de zekerheid een hogere factor aangehouden. Daarmee is het in de praktijk mogelijk om door het jaar heen het huis op de meeste dagen te verwarmen met behulp van de warmtepomp in plaats van de cv-ketel. Naarmate de isolatiegraad van een woning hoger is, kan ook de bèta-factor van de hybride warmtepomp hoger zijn, zelfs met een kleine warmtepomp. Dit komt omdat zo’n woning een lage piekvraag heeft in de winter. 

Is een hoge bèta-factor in alle gevallen verstandig? Het antwoord is: nee. In een matig geïsoleerde woning ontstaat op koude dagen een grote piekvraag. Op zo’n moment is er in het verwarmingssysteem van de woning behoefte aan aanvoertemperaturen van 60 tot 65 graden of hoger. Zulke temperaturen zijn gebruikelijk bij een cv-ketel met conventionele radiatoren. Maar warmtepompen zijn niet ontworpen om hoge temperaturen efficiënt te leveren. Het gevolg is een laag rendement (COP) en een langzame opwarming. 

Wat is in zo’n geval het advies? Vermijd deze piekvraag met de warmtepomp en ontwerp het systeem met een lagere bèta-factor van bijvoorbeeld 0,4 - 0,5. Een hybride warmtepomp met een lage bèta-factor verduurzaamt tegen een relatief lage investering nog altijd ruim 80% van je gasverbruik voor verwarming. De installatie wordt een stuk beter betaalbaar, het verbruik is ten minste net zo duurzaam en veelal is de installatie ook eenvoudiger in te regelen. 

Op basis van nieuwe inzichten adviseer ik om te kiezen voor een kwalitatief goed systeem met (voorschakel)vat, een lage delta T, voldoende volume en de juiste flow. En houd daarbij de bèta-factor bij hybride warmtepompen laag. Door te kiezen voor de juiste bèta-factor, levert u een optimale prijs-kwaliteitverhouding. En dat is nog altijd de beste garantie voor een tevreden klant. 

Maurice Roovers
Klimaatexpert bij Techniek Nederland

Neem contact op