Vorig jaar hebben 350 installatiebedrijven deelgenomen aan het bedrijfsvergelijkend onderzoek. Zij deelden hun bedrijfscijfers over boekjaar 2023, om te zien hoe hun exploitatie-, productiviteits- en balanscijfers zich verhouden tot die van branchegenoten. Uit het onderzoek, uitgevoerd door Management Centrum, blijkt dat de winstgevendheid van installatiebedrijven iets toeneemt.
Toegevoegde waarde groeit
In het bedrijfsvergelijkend onderzoek gebruiken we de ‘toegevoegde waarde’ als graadmeter hoe goed een bedrijf in staat is waarde te creëren. De toegevoegde waarde (TW) wordt verkregen door het materiaalverbruik en de kosten van werk derden van de omzet af te trekken. Vervolgens worden van deze TW de kosten betaald en wat overblijft is het resultaat voor belastingen (ebit).
Voor zowel groep klein (van 17% naar 19%) als groep midden (van 16% naar 17%) nam het resultaat voor belastingen ten opzichte van de TW toe in 2023.
Wil je meer weten over hoe de omzet, kosten en productiviteit van installatiebedrijven van verschillende groottes zich tot elkaar verhouden? Download dan hier de Kerngegevens 2023.
1.536 productieve uren per jaar
Dit jaar is in het bedrijfsvergelijkend onderzoek een belangrijke wijziging doorgevoerd om een nog realistischer beeld te scheppen. Waar we voorheen altijd uitgingen van 1.600 productieve uren per monteur per jaar, rekenen we nu met 1.536 productieve uren per jaar. Eén van de redenen hiervoor is dat monteurs steeds meer in deeltijd werken. Meer hierover lees je in dit bericht: Monteur heeft gemiddeld 1536 productieve uren.
Doe ook mee!
Wil je weten ook weten hoe jouw bedrijfsresultaat zich verhoudt tot vergelijkbare installatiebedrijven? Welke verschillen er zijn en waar er kansen liggen voor jouw bedrijf om te verbeteren? Ook dit jaar kun je weer deelnemen aan het bedrijfsvergelijkend onderzoek. Het verdiepend onderzoek start in maart en het basisonderzoek in september 2025. Kijk voor meer informatie op Bedrijfsvergelijkend onderzoek.
