Enthousiast riep de student van de TU Delft mij toe dat ‘de reparatiebeweging echt is gaan vliegen, nice!’ Zij was op 6 november tijdens Retail2Repair 2024 in Delft bezig om de mogelijkheden van het 3D-printen van onderdelen te demonstreren aan de bezoekers. Ze heeft gelijk.
Retail2Repair 2024 bracht de hele keten bij elkaar rond het thema ‘reparatie’: retailers, reparateurs en refurbishers, studenten, docenten en onderzoekers van de TU Delft (Industrieel Ontwerpen), producenten van elektronica, vrijwilligers van Repair Café’s, een circulaire afval-inzamelaar, retailorganisaties en ambtenaren van ministeries van IenW, EZ en gemeenten.
Repareren (en refurbishen) van consumentenelektronica zorgt voor onmiddellijk hergebruik van apparaten, die consumenten anders weggooien of vervangen door nieuwe producten. We zijn in één generatie vergeten dat repareren eigenlijk heel logisch is om te doen. Consumenten willen wel laten repareren, maar vinden reparatie duur of lastig. Misschien zijn ze wel gemakzuchtig gemaakt door het enorme goedkope aanbod van consumentenelektronica. Het alsmaar toenemende aanbod door nog goedkopere online handelaren uit China helpt vooral die gemakzucht. Consumenten zijn zelfs niet meer scherp op hun eigen consumentenrechten als het recht op garantie en ze lijken nauwelijks te letten op de levensduur van de apparaten. Vervangen is een te gemakkelijke keuze geworden.
Oei, schop ik nu tegen een zeer been van ETD-ondernemers, de retailers? Misschien wel. Wat ikzelf bevestigd kreeg van de bezoekers en de goede verhalen van de sprekers tijdens Retail2Repair 2024 is dat circulair ondernemen, het bewust de circulaire bedrijfsvoering voeren, de toekomst is. En ja, dat betekent dat fabrikanten via het ontwerp hun apparaten repareerbaar moeten maken met inzichtelijke informatie hoe te repareren én met beschikbare onderdelen (dat ecodesign dus). En ja, het betekent ook dat dezelfde fabrikanten duidelijk moeten zijn over hoe lang je met het apparaat gaat doen, groot of klein. En inderdaad, geen afgifteplicht voor consumentenelektronica, als er goede mogelijkheid is voor de ETD-ondernemer en de reparateur om het apparaat een langere levensduur te geven. Ik blijf het zeggen, in de ogen van reparateurs is een kapot apparaat geen ‘afval, rijp voor recycling’, maar is het op zijn minst bruikbaar voor onderdelen.
2025 is opnieuw een ‘Jaar voor Reparatie en Refurbishen’ met de lancering van het Nationaal Reparateursregister in de Week van de Circulaire Economie, duidelijkheid over de levensduur door de herziene gebruiksduurtabel én met de Rondetafel Reparatie Nederland. Maar hierover later in het jaar meer, net als over het congres Retail2Repair 2025. Bovendien blijft een brede groep van betrokken bedrijven en organisaties in ‘Lang Leve Elektronica’ (voorheen: EEA coalitie) zich inzetten voor o.a. het tweedehands of refurbished aanschaffen en het repareren bij defect.
Toekomstgerichte retailers moeten nu hun rol in de keten nemen en de kansen zien van het circulair ondernemen. Wat doe jij, als de klant met zijn ‘recht op reparatie’ in 2026 aan de balie vraagt, ‘kan ik mijn apparaat door u laten repareren?’ Ga jij die vraag in 2025 met ‘jazeker!’ beantwoorden?
Iedere twee maanden schrijft Martin Hof, branchemanager consumentenelektronica bij Techniek Nederland, een column in Elektro Retail Magazine (ERM). Hierin deelt hij de standpunten van Techniek Nederland met betrekking tot consumentenelektronica, de elektrotechnische detailhandel, reparatie en refurbishment én geeft zijn visie op recente ontwikkelingen.
Deze column stond in ERM - januari 2025.