Het Klimaatakkoord en mijn klant

Uiterlijk eind 2021 maken alle Nederlandse gemeenten bekend welke wijk in welk jaar met de verduurzaming aan de slag gaat. Dit werken ze uit in een transitievisie warmte, die elke vijf jaar vernieuwd wordt. De plannen sluiten zo goed mogelijk aan bij de behoeften en ontwikkelingen in elke wijk.

De Rijksoverheid wil de CO₂-uitstoot verminderen door over te stappen op duurzame energie. Daarom kan in principe na 2050 niemand meer koken op gas of stoken op aardgas. Dan kan dit alleen nog met duurzame installaties. Hoe lang het in een wijk duurt voordat er een alternatief voor aardgas komt, hangt af van de keuze die de betreffende gemeente maakt. Uiterlijk eind 2021 maken alle Nederlandse gemeenten bekend welke wijk in welk jaar met de verduurzaming aan de slag gaat. Dit werken ze uit in een transitievisie warmte, die elke vijf jaar vernieuwd wordt. Als je zelf al wilt overstappen naar een duurzame installatie kan je hiervoor subsidie krijgen, zie http://www.energiebesparendoejenu.nl/.

Er is bij warmtenetten (meestal) geen keuze tussen meerdere warmteleveranciers. De warmtemarkt werkt namelijk anders dan bijvoorbeeld de markt voor gas en elektriciteit, waar die keuze er wel is. Dat komt omdat warm water niet over grote afstanden te transporten is: het koelt dan te veel af. De meeste warmtenetten zijn daarom lokale systemen met slechts een of enkele warmtebronnen, die met elkaar samen de warmtelevering verzorgen. Hierdoor is er geen ruimte voor concurrentie tussen bronnen of tussen leveranciers en is vrije keuze niet goed mogelijk. Warmtelevering is hierin eerder vergelijkbaar met bijvoorbeeld de levering van drinkwater. Vanwege het ontbreken van keuze wordt de maximumprijs voor warmte door de overheid vastgesteld. Hierdoor wordt voorkomen dat de consument te veel betaalt.

Er komt geen verbod op cv-ketels. Nieuwbouwwoningen worden echter vanaf 1 juli jl. niet meer aangesloten op het aardgasnetwerk. Bestaande woningen worden naar verwachting steeds meer aardgasvrij of aardgasvrij-ready gemaakt.

Gemeenten komen uiterlijk in 2021 met plannen voor de toekomstige warmtevoorziening. Dat is er zicht op of de gasgestookte cv-ketel in een bepaalde wijk op de langere termijn zal verdwijnen.

Ze kunnen een nieuwe cv-ketel laten plaatsen. Check wel bij de gemeente of al bekend is wat de wijkgerichte aanpak gaat worden. Uiterlijk eind 2021 maken alle Nederlandse gemeenten in de transitievisie warmte bekend welke wijk in welk jaar met de verduurzaming aan de slag gaat.

Veel wijken zullen ook na 2030 nog gewoon gebruikmaken van aardgas. Je kunt de klant dan altijd adviseren om extra energie te besparen met een hybride warmtepomp of zonneboiler. Dat wordt financieel aantrekkelijker. Voor informatie kijk op www.energiebesparendoejenu.nl of ga langs bij het energieloket van de gemeente.

In het Klimaatakkoord staat dat alle woningen uiterlijk in 2050 niet langer gebruik maken van aardgas voor verwarming en koken. Als alternatieven gelden bijvoorbeeld elektrisch koken, verwarming met heet water vanuit een centraal warmtenet of met individuele warmtepompen. We hebben de tijd. Met zo’n 7 miljoen aansluitingen op aardgas kan dat niet anders dan in stappen. Je kan aan de slag gaan op logische momenten, zoals een verhuizing, een verbouwing of een renovatie.

Nee, die verplichting komt er komende jaren niet. In 2021 zal geëvalueerd worden of aanvullende maatregelen nodig zijn om de uitfasering van aardgas te bespoedigen.

Naar verwachting zal de aardgasgestookte cv-ketel als enige vorm van warmtevoorziening op termijn wel verdwijnen. De combinatie van duurzame techniek en een cv-ketel kan de CO₂-uitstoot met de helft reduceren. Techniek Nederland heeft zich hiervoor hard gemaakt. In 2021 evalueren we of de beoogde kostenreductie wordt gerealiseerd en de systemen compacter en dus eenvoudiger inpasbaar zijn.

Er komt een norm voor de maximale warmtevraag voor woningen. De norm wordt geïntroduceerd bij aankoop van de woning en bij een vergunningsaanvraag voor een verbouwing en zal gelden voor zowel koop- als huurwoningen. De norm is niet verplicht en wordt in 2025 geëvalueerd. Als de regeling niet voldoende oplevert, komt er mogelijk in 2030 een verplichting.

De lening voor de verduurzaming is gekoppeld aan de woning in plaats van aan de bewoner. Dat betekent dat de resterende schuld bij verkoop automatisch overgaat op de nieuwe eigenaar. Terugbetaling wordt afgestemd op de maandelijkse energiebesparing en de levensduur van maatregelen. Het grote voordeel is dat de aflossingstijd van de lening daardoor lang kan zijn en de rente laag. Dat betekent geen restschuldrisico en lage maandlasten voor de lening.

Om de overstap op duurzame verwarming te stimuleren, gaat de energiebelasting op aardgas stapsgewijs omhoog, terwijl de belasting op elektriciteit omlaag. Zo verdienen bijvoorbeeld (hybride) warmtepompen of warmtenetten zich sneller terug.

De Investeringssubsidie duurzame energie (ISDE) geeft een tegemoetkoming bij de aankoop van zonneboilers, warmtepompen, biomassaketels en pelletkachels. De regeling is voor zowel particulieren als zakelijke gebruikers.

De Rijksoverheid stimuleert daarmee Nederlandse huishoudens en bedrijven om minder gas te gebruiken en meer duurzame warmte.

Om een vliegende start te maken met duurzame warmtevoorziening wordt veel verwacht van woningcorporaties. Zij gaan als startmotor van de warmtetransitie in 2019 17.500, in 2020 30.000 en in 2021 55.000 woningen transformeren naar aardgasvrij. In ruil daarvoor verwachten de corporaties wel een aanzienlijke belastingverlaging.

Vanaf september 2019 is het weer mogelijk voor particuliere woningeigenaren om de Energiebespaarlening aan te vragen voor energiebesparende maatregelen zoals een warmtepomp, ventilatie, aansluiting op een warmtenet, waterzijdig inregelen en isolatie.

Nee, er komt geen verplichting. De onderhandelaars voor het Klimaatakkoord hebben ervoor gekozen om verduurzaming financieel aantrekkelijker te maken met onder meer gebouwgebonden financiering, verschuiving van de Energiebelasting, prijsdaling van duurzame technieken en innovaties die moeten leiden tot kwaliteits-, en rendementsverbetering.

Alle woningen zullen in 2050 aardgasvrij moeten zijn.

De toekomstige warmtevoorziening in de wijk is belangrijk. Maar de ‘ombouw’ naar een nieuwe warmtevoorziening zal in de meeste gevallen pas na 2030 plaatsvinden. Dat betekent dat bewoners die nu zogenoemde ‘no-regret’ maatregelen nemen, nog heel lang kunnen profiteren van een lagere energierekening. In wijken die eerder worden aangepakt, kan het advies zijn om te wachten tot de gemeente duidelijkheid verschaft.